In het spoor van de Oranjes
Door: Brenda
Blijf op de hoogte en volg Brenda
30 April 2010 | België, Diest
Het is vandaag Koninginnedag in Nederland waar beter kun je dan naar toe gaan dan naar de Oranjestad van België. We brengen vandaag een bezoek aan Diest. In 1499 kwam Diest door ruil in het bezit van Engelbrecht II van Nassau, graaf van Nassau. Een van zijn opvolgers, René van Châlon, voerde ook de titel Prins van Oranje. Zo bleef Diest eigendom van het huis Oranje-Nassau tot 1795, toen de Zuidelijke Nederlanden bij Frankrijk werden aangehecht. Heden ten dage voert koningin Beatrix der Nederlanden nog steeds de adellijke titel ‘Barones van Diest’.
Wij gaan vandaag kijken wat we daarvan terug zien. We parkeren de auto bij het Warandepark en beginnen aan onze Oranje-Wandeling. Niet zoals het hoort bij het beginpunt maar lekker in het noordoosten van de stad bij het begijnhof. Ook deze staat net als die van Leuven op de lijst van het werelderfgoed van Unesco (sinds 1998). Voor 2008 had ik daarvan nog nooit gehoord ik kwam er voor het eerst mee in contact in China toen het leek of wij van de ene Unesco site naar de andere reisden. Ook Nederland heeft plekken op de lijst maar tot mijn schaamte moet ik bekennen dat ik daar nog nooit geweest ben. Het begijnhof in Diest werd in 1253 gesticht door Arnold IV, Heer van Diest. De meeste van de negentig huizen dateren van de 17de en 18de eeuw. In enkele huizen hebben kunstenaars hun atelier ingericht. Deze begijnhof is toeristische dan die van gisteren maar wel erg pittoresk en heeft een prachtige kerk. Daarnaast een voortreffelijk restaurant met overheerlijke gebakjes genaamd Gasthof 1618. Bierdrinkers kunnen hier terecht voor de exclusieve biertjes de Dieterse Loterbol en Prins van Oranje. Onderweg naar het centrum bekijken we nog wat andere oude gebouwen tot we op de Grote Markt komen. Hier staat o.a. de Sint-Sulpitiuskerk. In deze kerk ligt de oudste zoon van Willem van Oranje, Philips Willem begraven maar vandaag staat hij in de steigers en is verlopig gesloten voor bezoekers. Het graf van Oranje zullen we dus moeten missen. Dan brengen we maar een bezoekje aan het Stadsmuseum in de kelder van het Stadhuis. In het stadhuis legde Filips Willem van Oranje-Nassau de plechtige eed af als heer van Diest. In het museum kun je het harnas en zijn wapenschild bewonderen. De laatst plaats die ons herinnert aan de Oranjes is het Hof van Oranje Nassau. Hier stond de 16-eeuwse residentie van de Prinsen van Oranje, gebouwd door Hendrik de III van Nassau-Breda. Het hof ligt dicht bij de warande, die de prinsen als dierentuin hadden ingericht. Nu is alleen nog de linkervleugel en het aparte achthoekige torentje ervan over. In de Sint-Jansstraat prijkt het beeld van ‘De Troubadour’. Deze staat symbool voor de unie van Oranjesteden. In de unie zit Diest samen met Breda, Buren, Steenbergen, Dillenburg (D) en Orange (F). Wil je deze wandeling ook maken zien dan dat je het boekje ‘Ontdek de Hagelandse stadjes’ van Toerisme Vlaams Brabant in handen krijgt. Wel is het jammer dat er vandaag niet speciaal extra aandacht wordt besteed aan hun band met de Oranjes. Je ziet nergens iets Oranjes terug voor Koninginnedag.
Op de terugweg naar de camping maken we nog een stop in Scherpenheuvel-Zichem. Aanvankelijk was Scherpenheuvel slechts een gehucht van de aloude Brabantse stad Zichem, maar kreeg in 1605 stadsrechten en stadsgrachten en werd zo een zelfstandige stad. Samen met deze stadsrechten kreeg Scherpenheuvel ook zijn specifieke grondplan in de vorm van een zevenpuntige ster met als centrum de basiliek. Dit wijst op het grote belang van de symboliek, waarmee uitdrukking wordt gegeven aan de zeven vreugden en de zeven smarten van Maria. Vandaag de dag is dit nog steeds een beroemd bedevaartsoord.
Met de bouw van de prachtige Onze-Lieve-Vrouwebasiliek werd in 1609 begonnen. Het gebouw werd voltrokken in 1627. De koepel is belegd met lood tegen insijpelend water en versierd met 298 zevenpuntige vergulde sterren. In de omgeving van de basiliek zijn kleine kramen die objecten van devotie, snoep en prullaria verkopen aan de talrijke bezoekers die jaarlijks weer een bezoekje brengen. Omdat de capaciteit van de kerk te klein was, werd begin jaren zeventig besloten tot de bouw van een grote hal voor eucharistievieringen, die vooral in de meimaand honderden mensen kan herbergen. Deze Mariahal werd in 1972 geopend. Ten tijden van ons bezoek was er bijna niemand te bekennen maar ik neem aan dat dit op andere dagen wel anders is. Wij steken een kaarsje op voor mijn ernstig zieke oma en rijden dan terug naar de camping om te genieten van Vlaamse frietekes.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley