BACKPACKEN IN OZ Northern Territory
Door: Brenda
Blijf op de hoogte en volg Brenda
16 Januari 1997 | Australië, Alice Springs
Northern Territory
Uiteindelijk land ik 7 januari 1997 om 5 uur ‘s morgens op het vliegveld van Darwin. Er staan diverse shuttlebusjes klaar naar hostels in het centrum. Ik kies voor de YHA want daarvoor heb ik in Nederland al een kortingskaart aangeschaft. Het is hier nu al snikheet. Wat wil je ook van –15 º C naar 40 º C. Mijn lichaam moet zich even aanpassen. Om af te koelen ga ik eerst naar de winkels. Wat is de Airco toch een uitvinding! Vervolgens zwemmen en luieren bij het zwembad. In de buurt van de zee zitten de saltie’s en tja ik ben nu eenmaal als de dood voor krokodillen en slangen.
Ik was in Darwin geland om het Kakadu National Park te zien. Omdat het regentijd is, zijn de wegen ernaar toe onbegaanbaar. Alles is overstroomd. Nu dat risico zat erin. Omdat ik een strak schema heb kan ik hier geen dagen misschien wel weken gaan zitten wachten tot dat het weer bereikbaar is. Daarom verlaat ik Darwin en hoop meer geluk te hebben in Katherine. Ik neem de Greyhound bus van Darwin naar Katherine. In Nederland heb ik al twee buspassen gekocht; Darwin-Alice Spring, Inclusief Kakadu en Ayers Rock en Cairns-Melbourne, inclusief Port Douglas. Katherine en Tennant Creek zijn de enige twee plaatsen tussen Darwin en Alice Spring die enige omvang hebben. Mede doordat ze op knooppunten van wegen liggen. Van Katherine kun ja afbuigen naar de Kimberley en Western Australië, van Tennant Creek naar Cairns.
Katherine heeft enige oude gebouwen zoals de Sportman’s arms uit “We of the Never Never” een roman van Jeannie Gunn. Maar de grootste bezienswaardigheid is de spectaculaire Katherine Gorge zo’n 30 km ten noordoosten van Katherine. Helaas heb ik ook hier geen geluk want ook hier heeft men last van overstromingen, maar er is een klein lichtpuntje. Alhoewel er dus niet gewandeld kan worden gaat er de volgende dag plotseling toch een boot naar de eerste Gorge. Die boot doet daar twee uur over. Even lijkt het of we niet tegen de stroom opkomen maar als we allemaal achter in de boot gaan staan lukt het uiteindelijk toch. De gorge is prachtig alleen stikt het er van de vliegen. Onderweg gaan we aan land om een waterval en Aboriginaltekeningen op de rotsen te bekijken. Verder zie ik krokodillen, vleermuizen en wallabies (soort kangaroe).
De avond ervoor was ik met een Zweeds meisje en een Hongaars echtpaar op krokodillenjacht geweest. We vertrokken in een klein bootje met een moter. De ranger legde uit dat je de krokodillen in het water kunt zien wanneer je licht op hun ogen schijnt. Deze reflecteren dan rood op als ze blauw oplichten is het een slang. Wij zien die avond ongeveer vijf krokodillen en een witte kaketoe voordat we vast komen re zitten. De ranger stapt uit en duwt ons weer los. Ik denk nog liever hij dan ik. Iets later rammen we een boomstam onder water met als gevolg een gat in de bodem. We gaan naar de kant en moeten een stukje door het water lopen. We staan tot onze enkels in het water waarin ook de krokodillen zitten. De ranger kan dan wel zeggen dat ze niks doen omdat het zoetwater krokodillen zijn. Toch voel ik me niet op mijn gemak. De boot wordt tijdelijk gemaakt en op de terugweg moet de Hongaarse man het gat met zijn duim dichthouden. Gelukkig versta ik geen Hongaarse want volgens mij kwam er een stortvloed van scheldwoorden los. Ik ben enorm opgelucht als we weer aan land staan. Pas 2 dagen in Australië en nu al voer voor de krokodillen. Dit verhaal vertel ik pas als ik weer veilig in Nederland zit.
Van Katherine vertrek in naar Tennant Creek. Een gedeelte van de weg staat onder water dus daar moeten we door heen. Het YHA hostel in Tennant Creek is een vieze gore plaats. In de douche loopt een schorpioen. Ik ben alweer geweest. Zo’n stadsmeisje uit Nederland is ook niks gewend.
Ik wilde bij Tennant Creek de Devils Marbles bekijken maar omdat het hoogseizoen voorbij is gaan er geen bussen en andere opties zijn enorm duur. Mijn bus naar Alice Spring gaat pas om 23 uur. Tennant Creek is gewoon doods wat moet ik hier in godsnaam de hele dag doen? Bij de bushalte ontmoet ik twee jongens die ook op de bus wachtten. Wij besluiten naar de Men’s club te gaan. Vrouwen zijn volgens mij zeldzaam in Tennant Creek vandaar dat ik toch toegelaten word. Tot 18 uur hou ik het op fris daarna stap ik over op de Southern Comfort met ijs. Na enkel glazen geleegd te hebben eten we toch maar wat want dit gaat te snel. Als we genoeg van het poolen hebben gaan we op kroegentocht. Vier kroegen later ben ik helemaal op de hoogte van alle dodelijke verhalen over slangen en spinnen. Vervolgens gaan we lopent terug naar het hostel. Ik doe het bijna in mijn broek van angst voor slangen. Kijk waar je , je voeten zet en er gebeurd niks maar ik zie mijn voeten niet eens. Bij een tor gil ik What’s that? No snake is het antwoord. Ze liggen helemaal in een deuk. We zien nog net het journaal waarin ze waarschuwen voor rondtrekkende slangen in Alice Spring en dat is nu net de plek waar ik naar toe ga.
Ik probeer zoveel mogelijk nachtbussen te pakken om kosten uit te sparen. Onderweg naar Alice Spring raken we zeker twee keer een kangaroe. Dat geeft een enorme knal. Onze auto’s zouden totall loss geweest zijn maar in Australië hebben alle bussen een ijzeren hek voorop. In Alice Spring ga ik meteen naar de Backpackers. Backpackers zijn goedkoper en sfeervoller dan YHA. Over het algemeen zijn de YHA wel schoner.
Ik val als een blok voor Alice Spring. Het centrum is gezellig en er hangt een apart sfeertje. In één van de souvenierswinkels kom ik een Aboriginal tegen die zijn waar probeert te slijten. De winkeleigenaar adviseert me iets van hem te kopen. Het is goedkoper en je weet zeker dat het een origineel product is en niet één uit een fabriek zoals de vele digeridoo’s die in Australië verkocht worden. In de supermarkt zie ik kangaroevlees. Het is goedkoop dus ik besluit dit te gaan testen. Het is zacht vlees dat eruit ziet als lever maar toch niet zo smaakt. Ik ben er niet echt weg van maar misschien heb ik het ook niet op de juiste wijze klaargemaakt.
In de hostels slaap ik altijd in Dormitoria. Dat dit ook nadelen kan hebben merk ik die nacht voor het eerst. Ik had twee kamergenoten. Om 1 uur klopten ze op de deur. Ze waren hun sleutels vergeten waarna ze weer vertrokken. Om 3 uur kwam er een vriendin effen uitrusten op hun bed. Deze werd om 4 uur weer opgehaald en uiteindelijk gingen ze om 5 uur slapen nadat de nachtclub van het hostel sloot. Een wijze les: voortaan een kleiner hostel zonder nachtclub.
De volgende dagen ga ik op excursie naar één van de grootste bezienswaardigheden van Australië; Ayers Rock of te wel Uluru. We brengen eerst onze bagage naar de Outback Lodge in het Ayers Rock Resort te Yulara en gaan dan naar het informatiecentrum.
Uluru is gigantisch groot, 5 km lang en 1 km breed. We lopen een klein stukje om de rots heen. Ik besluit af te zien van de klim naar de top de volgende dag. Het is te steil en gevaarlijk, daarnaast willen de Aboriginals het niet. Om half 8 zien we de zon achter Uluru ondergaan. Echt geweldig. Inmiddels heb ik barstende hoofdpijn gekregen. Het was vandaag 47 º C. Ayers Rock en Kings Canyon zijn één van de warmste plekken ter wereld. Met een paracetamol kruip ik vroeg onder de dekens (figuurlijk). Om 9 uur ’s morgens halen we de klimmers van Uluru weer op en rijden we door naar Kata Tjuta (de Olga’s). Kata Tjuta, een collectie van kleinere, ronde rotsen staat 32 km ten westen van Uluru. De hoogste rots Mt. Olga (546 M) is hoger dan Uluru. Wij maken een wandeling in de gorge Tatintjawiya. Eigenlijk maken de Olga’s meer indruk op mij dan Ayers Rock.
Die middag nemen we afscheid van Yulara en gaan naar een hostel in Watarrka National Park. ’S Avonds genieten we van de zonsondergang op de bergen van Kings Canyon. De volgende ochtend staan we alweer voor dag en dauw op. Ook vandaag zal de thermometer doorslaan naar 47ºC. Normaal gesprokken wordt het pas in februari zo warm. We gaan een wandeling maken van 3,5 uur en moeten uiterlijk om 10 uur terug zijn i.v.m. de hitte. Met genoeg water in de rugzak gaan we op pad. Als eerste het steilste gedeelten waarna we afdalen in de Garden of Eden. Na alle kale rotsen is dit een echte oase met o.a. palmbomen. In deze oase ontmoet ik een ander Nederlands meisje die al 1,5 jaar aan het reizen is. We lopen samen verder. Om kwart voor 9 staan we weer beneden. Is het eigenlijk geen tijd om nu pas uit bed te komen? Het is toch vakantie!
Onderweg terug naar Alice Spring komen we nog wel in een woestijnstorm terecht. Een indrukwekkend gezicht al dat rode zand ging de lucht in.
De volgende ochtend ga ik op excursie naar het Aboriginal dorp Amooranga. Als eerste bezoeken we de kinderen die op het schoolplein spelen. We bekijken enkele huizen. Ze zijn gewoon leeg. De Aboriginals gebruiken ze helemaal niet maar willen ook niet dat ze weer weggehaald worden. Het is een soort schuilplaats. Verder leven ze gewoon buiten. Diverse geiten, paarden en kippen lopen vrij rond. Geen één van de dieren wordt gehouden om op te eten. De Aboriginal David legt de schilderkunstmethode en betekenis van de Aboriginals uit en bij de weduwen krijgen we uitleg over hun relaties en trouwsysteem. Zo’n 3 uur later begrijp ik veel meer van de Aboriginals.
Mijn twee weken in de Northern Territory zit er dan helaas op. Elk ogenblik heb ik genoten. Alles heeft enorme indruk achtergelaten. Mijn reistempo was enorm hoog. Ooit hoop ik meer tijd te hebben om deze Outback beter te leren kennen. Er valt zoveel meer te zien dan waar ik nu tijd voor had.
-
08 Augustus 2013 - 19:39
Jody:
Mooi verhaal Brenda!
Goed opgeschreven,.. Ik wil ook in januari naar Darwin en de outback daar bezoeken
Ik ga jou verslag gebruiken als leidraad.
Groet
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley