Mee in Mokum

Vanavond moet ik naar de Superclub voor een training dus besluit ik eerder naar Amsterdam te gaan en toeristje te spelen. De afgelopen jaren was ik hier gemiddeld toch zeker 4 x per week. Dus de stad is niet nieuw voor mij.

Ik ga een stadswandeling maken door het centrum van Amsterdam. Hier staat 2,5 uur voor gepland maar als je ook de gebouwen en musea van binnen wil bekijken heb je wel een hele dag nodig.
Waar beter te beginnen dan op de Dam. Hier zie ik meteen iets wat me nog nooit eerder is opgevallen. Op de hoek Dam-Damrak zien ik een gevelsteen met daarop Sinterklaas. Hij staat bij een tobbe met 3 kindertjes erin. Volgens de legende waren ze al overleden, maar werden ze door de bisschop van Myra weer tot leven gebracht.
Als je richting de Nieuwe Kerk loopt kom je langs nr. 4a. Hier was tijdens de Tweede Wereldoorlog een wervingsbureau van de SS gevestigd. Op nr. 10 was een reisbureau van de Spoorwegen. De naam staat nog op de gevel. Als je de Willem Eggertstraat uitloopt kom je op de Gravenstraat De Drie Fleschjes tegen, een fantastisch 17de eeuws proeflokaal. Ik sla over anders kom ik vandaag niet verder. Dit doe ik ook bij de Nieuwe Kerk het is vandaag veel te mooi weer om naar binnen te gaan.
Ik bekijk het Koninklijke Paleis van de buitenkant. Er is heel wat aan te zien. Op de toren staat een windwijzer in de vorm van het koggeschip, dat we ook in het stadszegel terugvinden. Op de vier sluithoeken van het dak prijkt de Keizerskroon. De Habsburgse keizer Maximiliaan verleende Amsterdam in 1489 het recht zijn kroon aan het wapen toe te voegen. Hij was toen nog geen Keizer. Zowel de voor- als achtergevel dragen een timpaan. In het voorfront hoor je de Amsterdamse Maagd met een olijftak te kunnen zien maar deze is nu achter de steigers verdwenen. Bovenop zien je Atlas, die de wereld torst. De straatlantaarns voor en achter het paleis waren de eerste met gasverlichting.
Tegenover het paleis zien je het Magna Plaza hier ging ik vroeger als kind met mijn vader naar toe om postzegels te kopen. Nu zitten hier vooral dure kledingzaken. Dank zij zijn bizarre torens kreeg het gebouw de bijnaam ‘Perenburg’. De twee windvanen op het dak zijn ook in stijl. De ene met de Nederlandse leeuw, de andere met de W van Willem. Als ik dit vandaag niet had gelezen in mijn boekje was dit mij nooit opgevallen.
Terug naar het begin van de Kalverstraat. Op de zijkant van het gebouw van Peek & Cloppenburg kun je een collectie gevelstenen vinden. De architect A. Joling heeft deze te herinnering aan de bedrijven en huizen die hier ooit hebben gestaan aangebracht. Je kunt hier o.a. een haas, draak, reiger, gouden leeuw, hond, de Sneeker Waterpoort en het bierdragersgilde etc. zien.
Vervolgens steek in het Rokin over richting de Damstraat. Hier zit het kleinste kroegje van Amsterdam waar ik vaak iets ga drinken. Deze is niet opgenomen in de wandeling. Ik gaan naar de passage Wijnand Fockink. Nooit geweten dat hier nog een straat achterligt. Hier zit het proeflokaal Wijnand Fockink. Met de prachtige tekst op de deur; sssst hier rust de genever! Ik heb weer een nieuwe locatie erbij op mijn te doen lijstje om te bezoeken.
Weer terug naar het Rokin. Ondanks dat ik hier vaak kom heb ik af en toe toch wel moeite om de juiste route te vinden. We bekijken gevelstenen en trapgevels. Op de hoek met de Wijde Kapelsteeg worden we bespied door een aap met een verrekijker. Probeer hem maar eens op te sporen.
Ik besluit even van mijn programma uit te wijken en duik even de Joho Company, in de Taksteeg, in en breng een bezoekje aan de Esprit winkel.
Daarna is het tijd voor een pauze in de Reguliersbreestraat. Ik bestel bij de winkel naast het Tuschinski theater een van de beroemde kroketjes van Kwekkeboom. Tot mijn verbazing zitten er bekende van mij binnen. Ik heb meteen een date te pakken. Wat jammer nu dat ik zijn nummer niet meer heb.
Eindelijk mag ik echt de Kalverstraat in dacht al dat we die vandaag gingen overslaan. Op nr. 172 zie je vijf beroemde mannen, die geen van alle Amsterdammer van geboorte zijn. Als je wilt weten wie het zijn moet je maar eens gaan kijken. De namen staan erbij. Via de Heiligeweg en de Handboogstraat ga ik naar het Spui. Voor mij zijn hier minder interessante ontdekkingen. Je zien in het timpaan van het R.K. Maagdenhuis, twee weesmeisjes die een medaillon vasthouden met daarin de tekst uit Marcus 10, vers 14, ‘Laat de kinderkens tot Mij komen’. Het café op de hoek van het Spui en de Heisteeg is het oeroude café Hoppe. Je schijnt hier echt even binnen te moeten kijken.
In de Begijnsteeg bekijken we het toegangspoortje van het Begijnhof. Helaas is het 17 uur geweest en kunnen we niet meer naar binnen dat moet dus tot een andere keer bewaard blijven dan maar weer terug naar de Kalverstraat. We komen langs het Burgerweeshuis. De collectebus vindt je nog aan het begin van de straat. De teksten op de muur zijn van Vondel. Nu is het tijd voor jullie om naar de drie Fleschjes te gaan en een boswandeling te bestellen. Mijn nieuwsgierigheid wat dit precies is moet nog even wachten. Ik ga nu barbecueën op de Superclub.

Hierboven vind je natuurlijk niet alle details van de wandeling terug. Wil je dezelfde wandeling maken. Leen/koop dan ergens het boekje: Mee in Mokum. Van Herman Souer. Uitgeverij Uniepers Abcoude.