Een kijkje in het andere Tunesië
Door: Brenda
Blijf op de hoogte en volg Brenda
17 April 2010 | Tunesië, El Jem
Onze chauffeur is een leuke jongen die Mario heet. Hij is zo enthousiast en wil ons van alles extra laten zien. De lokale markten hebben we nu wel gehad we vragen hem dan ook vriendelijk die over te slaan we hebben nog genoeg kilometers in het verschiet. Maar de extra stop in Takrouna is erg leuk. Takrouna is een oud Punisch en Berbers dorpje dat bovenop een berg in het vlakke landschap ligt. Op dit moment wordt het dorpje nog maar door 3 gezinnen bewoond en ziet het er vooral vervallen en verlaten uit. De regering heeft ze voor hun eigen veiligheid (instorten huizen etc.) laten verhuizen naar het dorpje aan de voet van de berg. De huidige bewoners hebben maar één inkomensbron en dat zijn de toeristen. De kinderen hebben je dan ook al gauw gevonden en hoop dat je wat geld doneert. Als er niks te halen valt laten ze je verder met rust. Bovenop de top is het geen enkele moeite om je mond open te laten vallen voor het uizicht. Werkelijk in alle richtingen kun je een behoorlijk eind in de verte staren. In het westen zie je de bergen van Zaghrouan en in het oosten kun je de blauwe lijn van de zee zien. Ik heb me laten vertellen dat er geen betere plek in Tunesië is om de zonsopkomst of ondergang te zien dan in dit dorpje.
Van Takrouna rijden we verder naar Kairouan. Deze stad was lange tijd de hoofdstad van Tunesië. De plaats werd gesticht in de 7de eeuw door de Arabische veldheer Uqba ibn Nafi die hier met zijn soldaten een kampement opsloeg. Op een dag vonden soldaten een gouden beker die jaren eerder was verdwenen uit Mekka. Toen ze de beker uit het zand opgroeven begon er water te stromen. Volgens de legende had dat water dezelfde oorsprong als het water van de Zamzam-bron in Mekka. Sindsdien is Kairouan een bedevaartsoord voor moslims.
Door de soennieten wordt deze stad wel als de vierde heilige stad van de islam beschouwd, na Mekka, Medina en Jeruzalem, en tevens als de heilige stad van de Maghreb. De bijnaam van de stad is ‘stad met driehonderd moskeeën’. Lange tijd mochten niet-moslims de stad niet betreden, maar nu is dit wel toegestaan.
Onze eerste stop zijn de waterbekken van de Aghlabiden. De grootste heeft een diameter van 128 m. Het zijn overblijfselen van een complex systeem van waterreservoirs gebouwd door de Aghlabiden. Het water voor deze bassins was afkomstig van de berg Cherichera en werd aangevoerd via een 36 kilometer lang aquaduct.
Net als alle andere toeristen maken we daarna een stop bij de Zaouia van Sidi Sahib ook wel de moskee van de barbier genoemd. Sidi Sahab ligt hier begraven. Hij was een discipel van de profeet Mohammed. Hij werd "de barbier" genoemd, omdat hij enkele baardharen van de profeet in een medaillon om zijn hals droeg. De muren op de binnenplaats zijn prachtig versierd met mozaïektegels.
Ik had verwacht dat de meeste toeristen te vinden zouden zijn bij de Grote Moskee. Maar alles behalve dat na de eerste twee bezienswaardigheden zijn we de bussen vol toeristen op eens kwijt wat een rust. Mario neemt ons mee naar het dak van een tapijtenwinkeltje zodat we kunnen genieten van het uitzicht op de Moskee.
De eerste steen voor de Grote Moskee werd in de 7de eeuw gelegd door Sidi Uqba ibn Nafi. Het was de eerste moskee van de Maghreb en is een van de oudste moskeeën ter wereld. In 836 kreeg het gebouw de huidige vorm, maar ook daarna zijn er nog geregeld aanpassingen gepleegd. De met marmeren tegels belegde binnenplaats wordt omgeven door zuilengalerijen, aan één kant gedomineerd door een massieve minaret. De grote gebedshal stamt uit de 9de eeuw. Opvallend zijn de 400 marmeren zuilen die afkomstig zijn van Romeinse en Byzantijnse ruines in de omgeving. Ik vind het voor zo’n oud gebouw een plaatje.
We duiken daarna de Medina in. Kairouan heeft de onweerstaanbare charme van een historische en godsdienstige stad die trots is op zijn verleden en zijn tradities. De oude wijken hebben een heel bijzondere sfeer. Slenterend door de soeks ontdek je de ene schat naar de andere. Het ene winkeltje verkoopt mergoums, de geweven tapijten met veelkleurige geometrische motieven, een andere grote schalen van koper, weer een ander biedt leren sandalen of sierzadels, vlechtwerk of traditionele kostuums. In de etalages liggen stapels broodjes in diverse vormen, honingbeignets of de ruitvormige dadelkoekjes die makroudhs worden genoemd en een bekende specialiteit van de stad zijn. Maar Kairouan is vooral bekend om het tapijt met dezelfde naam. Voor dit tapijt wordt een speciale techniek gebruikt, de Gördes-knoop, die het een zeer lange levensduur geeft. Overal in de stad kun je de tapijtknoopsters aan het werk zien. In tegenstelling tot veel andere plekken in het land zijn de kooplieden en waren hier niet in eerste instantie op toeristen afgestemd, maar vooral op de bevolking zelf. Vandaag krijgen we dus voor mijn gevoel voor het eerst een kijkje in het echte Tunesië. Een van de koepels in de medina herbergt een heilige bron die zo oud is als de stad zelf, de Bir Barrouta. Mario heeft er nog nooit van gehoord maar zonder zijn hulp hadden we hem ook nooit gevonden. Het blijkt bovenaan een trap in een gebouw te zijn. Hoe is die kameel boven gekomen? Het is eigenlijk wel een beetje toeristisch en ook wel zielig maar toch heel apart om te zien dat door dat de kameel rondjes loopt en het rad laat draaien er kruiken met water gevuld boven komen. Daarna weer snel naar de auto op naar onze volgende stop.
We gaan naar El Djem. El Djem staat vooral bekend vanwege het enorm grote en goed bewaard gebleven Romeins amfitheater dat in deze plaats staat. Maar voor wij die gaan bekijken is het eerst tijd om wat te eten en drinken. We proberen diverse Tunesische gerechten en eten veel te veel. Mario vindt dat de rekening te hoog is en gaat in discussie met de eigenaar. Ach ja vast zal het maar zo’n € 11 P.P. voor een 3-gangendiner is voor ons echt niks. Dus laat hij er maar lekker in stikken.
Het Amfitheater van El Djem is ook bekend als het Colosseum van Thysdrus. Op de plaats van het huidige El Djem lag namelijk in de oudheid de stad Thysdrus. Het amfitheater heeft een oppervlakte van 147,9 bij 122 meter en was daarmee een van de grootste amfitheaters van het Romeinse Rijk. Er konden ongeveer 35.000 bezoekers in plaats nemen. De arena meet 64,5 bij 38,8 meter. Onder de arena lopen 2 tunnels. Het amfitheater bleef vermoedelijk tot aan het einde van de 17e eeuw redelijk intact. Daarna braken de lokale bewoners grote delen van de tribunes af om de stenen te kunnen hergebruiken bij de bouw van de stad El Djem. Het gebouw staat sinds 1979 op de werelderfgoedlijst van Unesco. Het is naar grootte het derde Romeinse amfitheater ter wereld na het Colosseum in Rome en het amfitheater van Capua. Het trekt dan ook vele toeristen aan. Zodra je de stad in rijdt zie je de ruïne al liggen. Het gebouw is super indrukwekkend en lust voor het oog. Na onze lunch gaan we dan ook lekker klauteren over de trappen, lopen we over de oude tribunes en door de tunnels waar vroeger de wilde leeuwen liepen. Eerlijk gezegd kan ik me niet voorstellen dat vroeger in deze woestijn, voor mijn gevoel in de middel of nowhere, 35.000 mensen hier naar toe kwamen om naar de gevechten te kijken. Wat deden die mensen hier en waar woonde ze? Ik stel me dan voor dat in mijn woonplaats van circa 80.000 inwoners zo’n amfitheater zou staan. Hoe groot de stad dan geweest moet zijn in die tijd want niet iedereen zou daar naar toe gaan er vallen altijd bewoners af. Dat roept voor mij vele vragen op die ontbeantwoord zijn gebleven.
Tijdens ons bezoek aan het amfitheater zagen we vanaf de bovenste verdieping Mario in de snikhitte in de auto liggen slapen. Hou krijg hij dat voor elkaar. We kiezen ervoor om via de snelste route over de tolweg naar huis te gaan.
Mario wil graag ’s avonds met mijn stappen daar heb ik niet zo’n zin in maar hij haalt mijn vader over om dan met ze alle wat te gaan drinken. Maar we gaan eerst lekker ons opfrissen. Als we onze sleutels bij de receptie ophalen ligt daar een briefje met als kop ‘Dear Low Cost Bed Guest’, het gaat over vluchten met British Airways dat de klanten contact moeten opnemen met hun vliegtuigmaatschappij. Omdat wij vanwege de kop in de lach schieten zegt de receptioniste nog maar eens dat het ook op ons van toepassing is. Tijdens het eten horen we van andere gasten dat er gisteren een vulkaan op IJsland is uitgebarsten en dat alle vluchten van die dag geannuleerd zijn. Nu wij vliegen pas dinsdag dus dat duurt nog even wij maken ons nog niet druk.
Dus na het avondeten gaan we nog even een drankje doen met Mario. Al met al een heerlijke dag en een kijkje in het andere Tunesië.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley